In veel gevallen gaat achter deze bewering een houding schuil van het actief onderdrukken van meningsverschillen of van vermijdingsgedrag. Daarbij worden werkzaamheden zodanig verdeeld dat er zo min mogelijk raakvlakken zijn. Dat kan inderdaad leiden tot een minimum aantal conflicten en/of meningsverschillen.

Maar vrijwel altijd leidt een dergelijke wijze van “samenwerking” tot oplopende spanningen met op den duur desastreuze gevolgen. Gelukkig blijkt ook in dergelijke situaties een oplossing vaak voor de hand te liggen.
Dat begint met één op één vraaggesprekken met elk van de betrokkenen aan de hand van een vragenlijst.
De uitkomsten daarvan zijn niet zelden verrassend voor alle familieleden.

Vervolgens worden de feiten, subjectieve ervaringen en meningen geïnventariseerd en wordt een gezamenlijk document geschreven als basis voor de samenwerking in de toekomst. Dat kan zijn in de vorm van een zogenaamd familiestatuut of een convenant.