EEUWENOUDE ONDERNEMINGEN; WAT IS HUN “GEHEIM”?

U kent ze wel, familieondernemingen die generatie na generatie floreren.
Zo  kennen wij in Nederland Aalberts Bouw uit 1674, De Van Eeghen Groep (Handelsonderneming) uit 1662 en Bavaria uit 1680.

Overigens moeten we voor de oudste familieonderneming van de wereld naar Japan.
Het Hoshi Ryokan hotel in Komatsu dateert uit het jaar 718 (!)  en inmiddels zwaait de 46e generatie daar de scepter. (Het oudste familiehotel in Nederland, Hotel Wesseling, staat in Dwingeloo en dateert uit 1662).

Wat is hun “geheim”?  Wat is de verklaring dat sommige familieondernemingen, ook in economisch zwaar weer, kans zien te overleven? Hoe kan een onderneming generatie na generatie niet alleen overleven, maar ook succesvol blijven?

Een essentiële voorwaarde daarvoor is, aldus E.A. Hoover en C. Lombard Hoover, in hun boek “Getting along in family business”: Relationele intelligentie.
Ik kan daar, met een ervaring van meer dan 35 jaar als adviseur van familieondernemingen, volmondig mee instemmen. Wat er precies onder verstaan wordt licht ik in de navolgende paragraaf graag toe.
Een ding is zeker: Goede resultaten alleen, zijn geen garantie voor blijvend succes.
Want er zijn legio voorbeelden van familieondernemingen die, ondanks mooie resultaten, uiteenvielen.
Of verkocht werden aan derden.

RELATIONELE INTELLIGENTIE; WAT IS DAT?

We kennen uiteraard het begrip IQ. In 1995 bracht  Daniel Goleman daarnaast het begrip emotionele intelligentie ofwel EQ onder de aandacht van een groot publiek.
Empathisch vermogen speelt daarbij een belangrijke rol.
Maar met alleen empatisch vermogen bouw je nog geen hechte familieonderneming.
Het is, bijvoorbeeld, heel goed denkbaar dat mensen met een uitstekend empatisch vermogen dat geheel voor hun eigen belang inzetten.

Relationele intelligentie is, vrij vertaald uit “Getting along in family business”:

De vaardigheid van een specifieke groep mensen om in gezamenlijkheid de doelen van de groep op een harmonieuze en productieve wijze te realiseren.

Het gaat dus om een specifieke groep mensen. Het is namelijk zeer goed mogelijk dat leden van een groep gezamenlijk over een grote mate van relationele intelligentie beschikken, terwijl zij die vaardigheid in een andere groep niet bezitten of kunnen benutten.

DE TWEE COMPONENTEN VAN RELATIONELE INTELLIGENTIE

Relationele intelligentie is op te splitsen in twee onderdelen:

1. De gezamenlijke vaardigheid om de individuele talenten van de groepsleden optimaal te benutten bij het omgaan met kansen en problemen.
2. De spirit, het moreel en de cultuur in een groep, ook wel het relatieparadigma genoemd.

Dat laatste vraagt om een toelichting; wat is een relatieparadigma?

Hoover maakt dat duidelijk aan de hand van een aantal vragen:

Bezien de groepsleden de onderlinge verhoudingen overwegend als:

Succesvol of falend?
Met vertrouwen in de toekomst, of pessimistisch?
Respectvol naar elkaar of ontbreekt het aan respect?

Wie kent niet de groepen waarbij één of enkele leden de besluitvorming stelselmatig frustreren.
Of waarbij kritiek “op de man gespeeld” wordt.
En er zijn groepen waarbij “politieke spelletjes” de toon zetten en de leden primair uit zijn op hun persoonlijke belangen of die van enkele leden uit de groep.
Overigens kunnen ook dergelijke groepen een goede functie vervullen.
Een gemeenteraad of een regering  kan niet functioneren zonder het scherp aanzetten van belangentegenstellingen.

Maar in een familieonderneming gelden andere wetmatigheden.
Daar is het gemeenschappelijk belang en zijn de gedeelde normen, waarden en een gezamenlijk gedragen toekomstvisie  voorwaarden om generatie na generatie succesvol te kunnen blijven.
Dan is van cruciaal belang dat de groepsleden vertrouwen hebben in elkaar en in de toekomst.
En dat elk van hen voldoening vindt in de samenwerking en in het werken in de onderneming.

IS RELATIONELE INTELLIGENTIE MEETBAAR?

Het is inderdaad mogelijk om de relationele intelligentie van een groep te meten.
De uitkomst van die meting is  minder objectief dan de uitkomst van een  IQ test.
Maar de resultaten geven wel een goede indicatie van de toekomstkansen van de samenwerking.

Om de relationele intelligentie te meten, vullen alle leden van de groep  een vragenlijst in.
Vervolgens worden de antwoorden verwerkt en gegroepeerd.
Daarmee  ontstaat een beeld van het niveau van relationele intelligentie van de groep als geheel, opgedeeld in:

1. De relationele vaardigheden van de groep.
2. Het moreel, van de groep, het relatieparadigma.

WELKE ACTIES BIJ WELKE UITKOMSTEN?

Wanneer  de groep laag scoort op het relatieparadigma (lees: het vertrouwen in -de toekomst van- de samenwerking)  is de eerste prioriteit om dat te verbeteren.
Want hoe goed de individuele vaardigheden ook zijn, als een negatief beeld over de samenwerking overheerst, komt aan die samenwerking vrijwel zeker op termijn een einde.

Wanneer daarentegen het relatieparadigma uitgesproken positief is, maar men de vaardigheden mist om goed te communiceren en samenwerken, heeft verbetering van die vaardigheden uiteraard prioriteit.

IS VERBETERING ALTIJD MOGELIJK?

Scoort de groep op beide onderdelen laag, dan zijn de kansen op een verbetering van de samenwerking gering. Er zijn helaas situaties waarin dan het beste advies is, om de samenwerking in de familieonderneming te beëindigen.
Wanneer het ontbreekt aan optimisme, onderling respect en vertrouwen en wanneer daarnaast de noodzakelijke relationele vaardigheden onvoldoende zijn, is er weinig perspectief.

Maar uitzonderingen zijn denkbaar. Het komt voor dat de gezamenlijke motivatie om te veranderen erg groot is. Dan kan het alsnog de moeite lonen om een verbetertraject te starten.
En ook die motivatie is gelukkig te meten, zodat adviseur en familie samen weloverwogen beslissingen kunnen nemen.