Een van de eerste vragen die een notaris zal stellen, zodra u een stichting administratiekantoor opricht, zal zijn: “Wie worden de bestuursleden?”.

Uiteraard zult u zichzelf als voorzitter benoemen (er zijn uitzonderingen waarbij deze keuze wellicht minder vanzelfsprekend is, maar dit komt in het MKB zelden voor).

Andere personen die in aanmerking komen zijn:

  1. Uw partner
  2. De kinderen
  3. Een of meer externe adviseurs met voor de onderneming relevante kennis of netwerken

Toelichting:

  1. Uw partner
    Bijna altijd is de partner de meest direct betrokkene bij het wel en wee van de onderneming. Zij of hij is dan ook over het algemeen de eerste keuze, naast de DGA als voorzitter. Overigens is het ook zeer goed mogelijk om de partner als voorzitter aan te wijzen, wanneer deze beschikt over meer dan algemene kennis over de onderneming of over voorzitterskwaliteiten.
    Dat kan de DGA in de vergadering meer ruimte geven. Hij/zij  hoeft zich dan niet bezig te houden met de agenda en het verloop van de vergadering en heeft meer vrijheid om de onderdelen die hij/zij verzorgt goed over het voetlicht te brengen.
  2. De kinderen
    Het is gebruikelijk om kinderen boven de leeftijd van 18 jaar te laten deelnemen aan de vergadering. Of zij stemrecht moeten krijgen is afhankelijk van de specifieke omstandigheden.
    De vraag kan gesteld worden, of kinderen waarvan zeker is dat zij te zijner tijd geen positie zullen gaan innemen in de onderneming, wel als bestuurslid in de STAK moeten worden gevraagd.
    Mijn persoonlijke mening is, dat dit zeker de voorkeur verdient.Er is veel aan gelegen om het draagvlak zo groot mogelijk te maken.
    En daarin past deelname van alle familieleden boven de 18 jaar, met als enige uitzondering degenen die uitdrukkelijk te kennen geven daarvoor geen interesse te hebben.(Ik laat familieconflicten die deelname in de weg staan buiten beschouwing).
  3. Externe adviseurs
    Externe adviseurs kunnen in een stichting administratiekantoor een belangrijke bijdrage leveren aan de discussies.
    De kennis en ervaring die zij hebben opgedaan in andere ondernemingen biedt vaak de mogelijkheid om de problematieken waarmee de familieonderneming te maken krijgt in een wat groter perspectief te zien.
    Afhankelijk van de aard en omvang van de onderneming en van de ontwikkelingsfase waarin deze verkeert kan, bijvoorbeeld,  een accountant, een jurist, een HRM deskundige of, een voormalig ondernemer met kennis van de branche gevraagd worden zitting te nemen.
    Ook hier geldt dat het al dan niet toekennen van stemrecht, afhankelijk is van de omstandigheden.
    Een externe adviseur kan soms ook een een rol spelen als “kantelstem” in een bestuur; de persoon die in situaties waarbij de stemmen staken, als onafhankelijk deelnemer, die het vertrouwen van alle bestuurders geniet, de doorslaggevende stem uitbrengt.

Resumerend:
Zorg bij de samenstelling van het bestuur van de STAK voor een zo groot mogelijk draagvlak in de familie en benoem, indien enigszins mogelijk, ook een adviseur van buitenaf ter voorkoming van “bedrijfsblindheid” of tunnelvisie.